Pagina's

Monday, May 30, 2011

Dag 44: De geur van Takayama



Takayama ruikt zoals geen enkele andere stad. Allereerst is daar dango, die bij stalletjes verspreid door de stad verkocht worden - de geur van gegrillde rijstballetjes met gecarameliseerde sojasaus is, als je hem 1 x geroken hebt, iets wat je niet snel meer vergeet (en de dango zijn erg lekker en kosten maar zo'n 60 cent per stokje, dus wil je elke keer als je ze ruikt, er 1 kopen).

En dan is er de geur van miso, die als een zout-zoete wolk over het hele stadje lijkt te hangen. Mmmm. Ik wou dat ik daar een paar pond van mee naar huis kon nemen.

De miso vind je overal terug, van de sjieke restaurants waar je voor 40 euro een Hida biefstuk met misosaus kunt krijgen, tot straatstalletjes als deze die gestoomde broodjes verkopen - met sesam vulling, zoete bonen vulling, of.. miso vulling.






En als je daar allemaal geen zin in hebt, kun je altijd nog een rijstburger (met rijstkoekjes in plaats van brood) met varkenshum eten.



Ter ere van het onverwacht mooie weer (we hadden ons al ingesteld op regen voor de rest van deze week, gelukkig zijn tyfoons onvoorspelbaar) maakten we een wandeling langs de oude tempels en huizen van Takayama.

Japan zoals ik me Japan had voorgesteld.







'sAvonds tempura bij Ebihachi, niet zo verbijsterend goed als een paar weken geleden in Tokyo, maar toch erg lekker. Een counter met 8 stoeltjes en 1 andere gast. Where are you from, vroeg de tempurachef. Toen de man naast ons (die geen woord Engels sprak) dat hoorde begon hij Ah! Oranda! Bleek dat hij er jaren geleden geweest was voor zijn werk (iets met bloemen). Zo ontstond de eigenaardige stituatie dat chef en Japanner met elkaar over Amsterdam aan het praten waren, een gesprek met veel gelach waar we niets van verstonden. Af en toe vertaalde de chef een paar van de Hollandse herinneringen. Alles was er erg groot, volgens de bloemist: de porties eten, en de mensen.







Daarna naar een piepklein hippiecafe, de Red Hill Pub, waar we de enige klanten waren en waar het barmeisje ook weer een herinnering met ons kon delen: dat ze ooit in Utrecht was geweest, om de bruiloft van haar beste vriendin met een Nederlander bij te wonen, en dat Holland so very cute was.

Is de wereld nou klein of groot?

Sunday, May 29, 2011

Dag 43: Kleine visjes en vette koe



In de trein van Hikone naar Takayama. Ja inderdaad, het regent. En het blijft regenen de komende dagen, waarschijnlijk tot we weer naar huis gaan. Je kan je er maar beter bij neerleggen.

Gelukkig slapen we in het meest geweldige hotel ooit, de Rickshaw Inn in Takayama. Een perfecte Japanse kamer met zachte (!) futons en een eigen badkamer, wifi, een lounge waar je kunt hangen en internetten, een keukentje.. kortom de perfecte plek om een paar dagen door te brengen als je een tropische storm moet uitzitten.

En omdat Takayama een behoorlijk toeristisch stadje is (niet dat die toeristen er nu zijn, allemaal thuisgebleven wegens Fukushima) zijn er Restaurants! Cafe's! met Engelse menukaarten! O vreugde!!



Dit noemen ze ze salade van daikon met gedroogde sardines. Die visjes zijn de meest minuscule wezens met oogjes die je ooit at. Zo groot als je nagelriem, zoiets.




En Hida rundvlees... geweldig lekker, zo rijk dooraderd met vet. Je grillt het zelf op je eigen kleine grill[plaatje en je eet het als het nog half rauw is, het vet net aan begint te smelten, gedoopt in een sausje van soja, knoflook en gember.



En andere regionale specialiteit: hoba miso. Miso, pickled cabbage en wat paddestoelen, geroosterd op een magnoliablad.








En in Japan, maakt Haagen Dasz groene thee -ijs. dat eten we dan lekker in de hotelkamer...

Dag 42: De gelukkige pannenkoek




Reistip: prik gewoon een plaats op de treinroute ergens tussen toeristische trekpleister A en B. Als je tenminste, net als ik, een luie reiziger bent die niet graag voor dag en dauw op staat, liever 4 uur in de trein zit dan 6, en het prettig vindt om op een normale tijd in een stadje aan te komen zodat je nog wat kunt rondkijken voor het etenstijd is.

Zo belandden we in Hikone, klein en slaperig stadje tussen Takamatsu en Takayama, met een schitterend kasteel (niet groot, wel heel elegant en indrukwekkend met z'n sneeuwwitte muren en zilveren daken) en een prachtige tuin waar het zelfs in de druilerige regen nog fijn wandelen was.



's Avonds weer een klassiek 'in Japan uit eten' moment: we hadden op straat voor een restaurant een menu met plaatjes gezien (van plakjes rundvlees, we dachten shabu shabu misschien?) en gingen naar binnen. Aan tafel, bediend door een vriendelijke jongen, ontstond (zijn redelijke Engels ten spijt) spraakverwarring. 'You can choose shrimp, or pork, or squid'. Uhm, 'and what about beef?' Nee, geen beef. Uhm 'what about the menu with pictures outside?' Verwarring. Tot hij begreep dat we op het menu van het restaurant op de eerste verdieping hadden staan kijken. 'We are okonomiyaki restaurant!'

Ok, doe dat dan maar. Dat rundvlees komt wel een andere keer....




We lieten hem groente voor ons kiezen, en hij bracht dit bordje gebakken paddenstoelen (die dunne sliertjes lijken op tauge, maar zijn ook een soort paddenstoel)

Noedels die je zelf op de plaat zo'n beetje aanbakt. Echt koken is het niet, maar het was toch best fijn om weer eens zo'n spatel vast te houden en in iets te roeren.




Dan komen de okonomiyaki, en het meisje vraagt: 'mayonaise and sauce?' en we zeggen ja!

En daarna komt er nog een handvol bonito uit een grote emmer.

Dus, hoewel het niet was wat we verwachtten, waren we toch heel tevreden. Met een volle buik door de regen (tropische storm Songda) weer naar huis.


Friday, May 27, 2011

Tussendoor



en dat voor, pak m beet, een euro of 2! Onvergetelijke, verrassende heerlijkheid!

We gaan weer onderweg. We hebben de routine inmiddels aardig geperfectioneerd:
opstaan, koffer reorganiseren, naar het station, reizen, luieren in de trein met muziekjes en kindle en gewoon fijn uit het raam staren. Aankomen in andere stad, hotel zoeken, koffers parkeren, rondlopen, sightseen, terug naar hotel, douchen & rusten, uit eten, internetten indien mogelijk, en de volgende dag begint het opnieuw...

De komende week hopen we ergens een dag of 3 te blijven, en daar kijken we erg naar uit. Voor nu: we gaan de provincie in, en weten weer niet hoe het zal zijn met de wifi, dus: tot later...

Dag 41: Schoonheid, evenwicht en perfecte noedels




Ben ik de enige die bijna niet kan geloven dat we al op dag 41 zijn aangeland? Het lijkt alsof we pas vertrokken zijn - en tegelijkertijd zijn er allerlei signalen dat ik al heel lang van huis ben. Zoals, dat ik intussen zowel mijn haar als dat van Dennis heb moeten knippen, dat de essentiƫle toiletartikelen in mijn tas door Japanse versie vervangen zijn, dat ik niks meer te lezen heb, dat Amsterdamse vrienden snachts in mijn dromen verschijnen.

Als je na 6 weken nog 8 dagen te gaan hebt begin je af te tellen. Maar 8 dagen Japan, wat een rijkdom.

Op dag 41 zagen we een nieuw stukje Japan, het kunsteiland Naoshima.





En behalve dat we er prachtige en ongewone kunstwerken zagen (hele huizen die door kunstenaars tot installaties zijn omgebouwd) hadden we er ook 1 van de leukste en fijnste lunches tot nu toe, in een klein eethuisje met, o vreugde, een Engelse menukaart.




Rijstballen en romige miso soep, en een drankje dat op de kaart stond als "Traditional sweet Japanese drink from fermented rice". Amazake, denk ik?



's Avonds in Takamatsu hadden we meer geluk dan de vorige dag, en vonden een noedeltentje waar ze hun eigen udon maken. Simpele maar perfecte noedels - mild van smaak en met die heerlijke taaiige bijt - in een bouillon met wat paddestoelen, Chinese kool, plakjes rundvlees en een ei. En grote kom slurpend geluk voor een euro of 8.




Ik heb het soms over geld omdat ik weet dat veel mensen denken dat Japan een enorm duur vakantieland is. Zeker, je kan hier sushi eten voor 150 euro per persoon. Maar het kan ook, heel lekker, voor heel wat minder.

Dag 40: De trommel van de samurai



'sOchtends bezochten we ons eerste Japanse kasteel. Bij de ingang ontmoetten we een troepje Japanners op leeftijd die ons de onvermijdelijke vraag stelden: where are you from? Het bleken tourguides in training te zijn, die het kasteel bezochten bij wijze van huiswerk. "Jullie mogen wel op ons oefenen hoor" , zeiden we meer als grapje, en voor we het wisten hadden ze ons op sleeptouw genomen, wat eigenlijk heel leuk was. Niet alleen lieten ze ons binnen in een achterafkamertje waar we op de kasteeltrommel mochten slaan, het was ook erg fijn om in redelijk Engels een conversatie te voeren met Gewone Japanners.







Daarna, in de trein, naar Takamatsu. Het was behoorlijk slecht weer, maar gelukkig is de hele binnenstad van Takamatsu een dicht netwerk van overdekte winkelstraten. We vertrokken savonds vol goede zin uit ons hotel om iets te gaan eten, konden de noedelrestaurants waar ik adressen van had niet vinden, liepen maar weer eens ergens naar binnen waar het er gezellig uitzag om met dit menu geconfronteerd te worden:




Gelukkig zaten we aan de counter, zodat we dingen aan konden wijzen die de kok voor andere gasten aan het klaarmaken was. Crisis afgewend: hoewel het niet het best denkbare of meest verfijne Japanse maal was, smaakten de konnyaku stoofpot, wittekoolsalade en spekpannekoekjes toch best lekker.

Thursday, May 26, 2011

Dag 39: Witte sake en rauwe kip

Met de trein en nog een trein gingen we naar Hiroshima om de ferry te nemen naar het vriendelijke kleine stadje Matsuyama. Het was een lange reis. Gelukkig vertellen ze op Japanse treinstations altijd precies waar je moet staan als de trein eraan komt:





Trammetje in Matsuyama. Bus- en trambestuurders in Japan zijn de aardigste ter wereld (denk ik): altijd wachten ze geduldig tot jij als onhandige toerist je kleingeld bij elkaar hebt gesprokkeld, en als je iets verkeerd doet (bijvoorbeeld, teveel geld in een bakje gooit waar geen wisselgeld uitkomt) dan vragen ze een andere passagier om geld voor je te wisselen.




Ik was vastbesloten om in Matsuyama beter, en vooral Japanser, te eten dan in Yamaguchi. Maar eerst moest er gedronken worden. In deze sake winkel/bar, waar je een soort strippenkaart kon kopen en vervolgens voor een paar euro per glas alles kon proeven wat ze maar in voorraad hebben - een beetje zoals hier, met het verschil dat het in Matsuyama een stuk drukker was met kantoormeneren. De winkeljongen sprak geen Engels en de kaart was alleen Japans, dus dat werd wijzen. Ik zag iemand anders witte, melkachtige sake drinken, nigori, ongefilterde sake, en die moest ik natuurlijk in ieder geval proberen. Beetje zoetig, beetje zoutig, heel bijzonder.








Vervolgens naar een restaurant waar ze niets dan kip serveren. Geen Engels menu, maar een behulpzame serveerster, tegen wie ik zei: omakase! wat zoveel betekent als: doe maar wat, verras ons. Ik bedoel, hoe raar kan het worden met kip? Tussen de supersappige kip gyoza en en de gebakken kippenvleugels kwam ze vragen of kip sashimi 'ok' was. Ach ja waarom niet?

Eerst kregen we een bordje 'rauwe kip, 3 versies': lever, maagje, filet.




Daarna een salade met bijna rauwe kip.. deze leek kort gemarineerd in iets zuurs, zoals ceviche, de buitenkant was wit maar de binnenkant absoluut rauw.

Het is nu bijna 24 uur later en we leven nog.





Gegrillde tuinbonen. Dat zag ik iemand anders eten, en ik hoefde er alleen maar even op te wijzen.. even later had ik zelf een bordje. Soms is er helemaal geen taalprobleem.

Dag 38: Aso melk en spaghetti

Met een klein beetje pijn in het hart namen we afscheid van Aso. Het is moeilijk niet te houden van zo'n klein sympathiek dorp, waar andere gasten in het restaurant waar je eet hun verse jonge bamboe met je delen, waar vriendelijke pottenbakkers hun gesloten winkel voor je opendoen en een kopje thee voor je zetten, en waar ze iets verkopen dat Aso Milk heet - een zurig zoetige drinkjoghurt van de koeien die grazen op de bergen rond de vulkanen.






Maar, we moeten verder. Eerst in een boemeltrein, dan de Shinkansen. Heb je ooit zoveel beenruimte gezien?


Onderweg op een station kopen we nog een lokale specialiteit, pittige mentaiko. In kleine hapjes, of op toast zoals taramasalata, is het vast lekker.. wij probeerden ze in hun hun geheel te verorberen als middagsnack, en dat was een beetje.. intens.



In Yamaguchi bezochten we wat misschien wel het mooiste Japanse gebouw tot nu toe was: de pagode bij de Rurikoji tempel.

Daarna ging de dag een beetje bergafwaarts toen we in slaperig Yamaguchi een restaurant probeerden te vinden met a) een Engels menu of b) een plaatjes menu of c) een serveerster die een beetje (een heel klein beetje) Engels spreekt. Na een vergeefse lange wandeling kwamen we terecht in een cafe waar het enige herkenbare woord 'pasta' was. We wezen er blind twee aan en aten 2 bordjes spaghetti met een saus waarvan we nog steeds niet precies weten wat er in zat. Maar het was lekker, dat wel.